Het lijkt een kerstgedachte, maar ze doen dit het hele jaar door en worden er ook nog voor betaald. De werkplek van Bart-JanLourens en Yannick van Harskamp bij SportQube bevindt zich in het Fieldlab. Een deel van de dag hebben ook de kinderen van BSO Filemon hier hun verblijf. Wat is de rol van die twee in deze smeltkroes?
Yannick is sinds kort, na een succesvolle topsportcarriere als volleyballer, aan het werk bij Topsport Gelderland. Net als Bart-Jan die het combineert met zijn werk als buurtsportcoach voor het Sportbedrijf van de gemeente Nijmegen.
Bart-Jan, wat is jouw opdracht?
Ik ben naast het sportbedrijf ook in dienst van Topsport Gelderland. Daar zit ik meer aan de kant van Talenten Club Nijmegen. Dat zijn de ambitieuze clubs die meer willen doen aan ontwikkeling. Ik heb dus een dubbelrol, maar het werk bij het sportbedrijf en bij Topsport Gelderland heeft veel met elkaar te maken. Vanaf de onderkant van het niet-sportende kind, gaat het steeds een stapje hoger: het kind dat wel sport, het kind dat heel goed is in sporten, het kind dat al erkend is als talent en het kind dat doorgroeit naar de vervolgstap en bijvoorbeeld aansluiting vindt bij het CTO op Papendal of nationaal niveau.
Mijn rol is voornamelijk verbinden. Verenigingen binnen SportQube of andere verenigingen die meer met talent willen doen. Dat kan zijn om samen te werken, kennispartners in te zetten of om bijvoorbeeld gebruik te maken van de krachtruimte zoals Aqua Novio. Het is mijn rol om die verenigingen hier naartoe te trekken om kennis en ervaring te delen. Dat is in een notendop wat mijn rol is vanuit het Sportbedrijf en vanuit Topsport Gelderland.”
Yannick, jij zit meer op het talentenniveau?
“Niet de vereniging maar de individuele sporter staat bij mij centraal. De sporters die een status hebben die begeleid ik. Als het over de sport gaat dan is het de trainer die daar verantwoordelijk voor is. Op het moment dat het sportoverstijgend is dan kom ik om de hoek kijken. Met sportoverstijgend bedoel ik bijvoorbeeld voeding, mentale vragen, fysieke ontwikkeling. Als ze tegen een vraagstuk aanlopen dan zoek ik een expert die ze verder helpt.
Dat doe ik op aanvraag. Er zijn driehonderd sporters met een status in mijn regio, die kan ik niet allemaal proactief benaderen. Maar de sportorganisaties zoals de RTC’s die benader ik wel proactief. Zo kom ik ook in contact met de sporters en op die manier komen de sporters naar mij toe. Hier bij sportQube, help ik vooral het RTC turnen, RTC judo en RTC rugby.
Is er nog een onderscheid tussen Olympische sporten en andere sporten?
Bart-Jan: “In principe richten wij ons op de Gelderse kernsporten. Topsport Gelderland is ontstaan vanuit de HAN en NOC*NSF. Wij hebben de opdracht om voor die sporten bezig te gaan met leerlijnen die sportoverstijgend zijn. Maar als er nu een vraagstuk komt vanuit een andere sport, dan zijn wij niet degenen die zeggen dat doen we niet.”
Op het niveau van die toptalenten is de algemene generieke kennis wel aanwezig. Is er niet juist behoefte aan heel specifieke kennis? Judoka’s bijvoorbeeld die op het gebied van voeding willen weten hoe je het beste kunt aftrainen om op het juiste gewicht te komen.
“Profitt zit hier en verzorgt de workshops over voeding. Laatst eentje voor rugby en eentje voor judo. Wat hier zit daar moet je gebruik van maken. Het initiatief voor de workshops komt dan van ons. Iedereen krijgt gewoon de basis. En hebben mensen dan nog specifieke vragen dan kunnen ze of bij mij terecht of rechtstreeks bij Laura van Profitt. Na afloop van die workshops kwamen ze naar haar toe om een aparte afspraak te maken. Zo is de sporter weer geholpen. Uiteindelijk staat de sporter centraal. Dat is het principe van waaruit we opereren.”
Bart-Jan: “Ik kijk meer naar de verenigingen. Zijn er in Talenten Club Nijmegen vijf verenigingen die allemaal zeggen prestatiedruk is echt iets wat in onze verenigingen terugkomt, dan ga ik kijken of we voor die vijf verenigingen iets kunnen opzetten. SportQube is natuurlijk een mooie plek om dat te laten samenkomen. Dat is het verschil dat ik me richt op verenigingen en jij op individuele vraagstukken. Of op RTC-niveau.”
Yannick: “Je hoort het al, er zit best wat overlap en dat is waar we samen dingen oppakken en veel overleggen.”
Is het zo dat je extra gebruik maakt van partijen die hier zitten zoals het medisch cluster, diëtisten, krachttrainers…
Bart-Jan: “Ja, om daar een voorbeeld van te geven. Simba-running is een hardloopteam met veel talenten. Ze lopen NK’s en EK’s en zijn echt bezig met presteren. Die hadden een vraag hoe kan ik nou mijn sporters in kaart brengen qua fysieke kracht, snelheid en dat soort dingen. Die heb ik in contact gebracht met HAN-Seneca die hier partner is met het medisch cluster. Die gaan samen kijken of ze een samenwerking kunnen opzetten om hun sporters beter te testen.”
Yannick: “Er zijn honderdduizend vraagstukken en niemand kan overal goed in zijn. Sommige trainers zijn super goed in het geven van training, maar kunnen niks op papier zetten, niks voor over een week of over drie weken. Daar ga je dan mee zitten, want misschien is het handig om een keer een jaarplan te maken.”
Bart-Jan: “Als je er niet voor open staat, dan zul je er niets aan hebben. Dat is wel wat wij aan de partners binnen SportQube vragen om open te staan voor een gesprek en met elkaar te bekijken hoe kunnen we die sporter zo optimaal mogelijk begeleiden.
Voor ons ligt er ook een taak om iedereen mee te krijgen. Als het bestuur een bepaald idee heeft en de trainer is het er niet mee eens dan heeft het ook weinig zin. Pas als iedereen erin gelooft kun je werken aan een verandering of aan een toevoeging.”